Skip to content

Over mijn lijk: John Metgod

De carrière van John Metgod is imposant. Hij heeft bij grote clubs gespeeld: Real Madrid, Tottenham Hotspur, Nottingham Forest in de gloriejaren, AZ in een bijzondere periode en lang bij Feyenoord, eerst als speler en later als trainer, coach, begeleider en scout.

Tekst: Peter Tetteroo
Foto’s archief Piet Bouts, Peter Tetteroo en www.mijnfeyenoordverzameling.nl

Buitenlandse avonturen
“In 1982 werd ik door Real Madrid gekocht. Ik was de eerste Nederlander die bij de Koninklijke ging spelen. Er mochten in die tijd nog maar twee buitenlanders in een team worden opgesteld en ik speelde daar samen met Duitser Uli Stielike. Van het ‘provincieclubje’ AZ naar de grootste voetbalclub ter wereld, waar de voetballegende Alfredo Di Stefano trainer was … dat was een gigantische overstap. Ik kom nog wel eens in Madrid waar mannen ‘van een zekere leeftijd’, me nog herkennen. Ook heb ik nog regelmatig contact met oud-spelers zoals Vincente Del Bosque, die later een bekende trainer is geworden, Emilio Butragueño, nu directeur en Chendo, teammanager. Ik beleefde in de twee jaren dat ik bij Real Madrid speelde ook de grootste teleurstelling in mijn carrière. In mijn eerste jaar daar verspeelden we op de laatste speeldag van de competitie het kampioenschap, uit bij Valencia. Wij hadden genoeg aan een gelijkspel, maar we verloren met 1-0. Dat was een hele bittere pil. In mijn tweede jaar waren we afhankelijk van Bilbao. Zij wonnen hun laatste wedstrijd en wij ook, maar zij behielden daardoor een kleine voorsprong. Weer geen kampioen en dat voor een club als Madrid waar maar één ding telt … tweede plaatsen tellen niet.”

“In Engeland speelde ik drie jaar bij Nottingham Forest en één jaar bij Tottenham Hotspur. Van 2008 tot 2013 trainde ik de Engelse teams, Portsmouth en Derby County. Engeland voelt nog steeds als thuiskomen en ik zou daar ook zomaar weer kunnen werken.”

John Metgod

Trainer
“Tegenwoordig is de belangrijkste kwaliteit van een trainer dat hij zijn spelers kan managen. Het moet vooral een people-manager zijn. De trainer moet er voor zorgen dat zijn spelers elke wedstrijd hetgeen willen en kunnen doen waar ze goed in zijn. Ook degene die niet spelen moet je zodanig benaderen dat ze op het moment dat ze hun kans krijgen er voor 100% staan. Als je als trainer in de maanden daarvoor niet naar zo’n speler omkijkt en hem geen enkele aandacht schenkt, kun je niet van hem verwachten dat hij op het moment suprême alles geeft en een topprestatie neerzet. Dat goed te doen wordt in het moderne voetbal steeds belangrijker voor een trainer.Onze trainer bij AZ, George Kessler, was heel slim, heel geslepen. Die wist goed hoe hij met de groep om moest gaan. Hij gaf je het geloof, door de manier van trainen en persoonlijke benadering, dat er niemand beter was dan jij. Jij kon iedereen aan, van iedereen winnen.”

“Wim Jansen bracht ons in 1991 terug naar de realiteit. Hij vond dat als je wilde winnen, je eerst moest zorgen dat de kans dat je een doelpunt tegen krijgt zo klein mogelijk werd. Als je dat voor elkaar kreeg kon je een wedstrijd ook met 1-0 winnen. Het lijkt erop dat Feyenoord dit weer toepast en dat kan tot mooie dingen leiden.”

“Je moet als trainer ook met je tijd meegaan. Vroeger hoorde je van de trainer of je speelde, wat je taak was en wat je moest doen. Daar had je zelf geen stem in. Daar hoef je nu niet meer mee aan te komen, want de jongens van nu willen weten waarom ze niet opgesteld staan, of waarom ze zo en zo moeten spelen en waarom dit en waarom dat. Dat is de tijdgeest en die zie je niet alleen in het voetbal terug, maar in de hele maatschappij. Daar zal je als trainer-coach op moeten inspelen.”

“In principe blijft het spelletje hetzelfde, maar de spelers van nu zijn fitter dan in mijn tijd als actief voetballer. Er worden allemaal experts op allerlei gebied bijgehaald. Gezonde voeding, mentale begeleiding, sturen op verzamelde data, noem allemaal maar op. Wat dat betreft weten we veel meer dan pakweg 30 jaar geleden en is er in de begeleiding veel veranderd.”

Team bouwen
John Metgod: “In het kampioensseizoen 1992-1993 was József Kiprich de speler die in zijn eentje zomaar een wedstrijd kon beslissen, maar niet overliep van werklust. József was het best en gevaarlijkst in de zestien van de tegenpartij en niet bij die van ons, daar wilde we hem zo ver mogelijk vandaan houden. Zoiets moet je als trainer zien te managen, want anders gaat iedereen roepen dat zo’n speler niet hard genoeg werkt, niet genoeg doet, hij verdedigt niet mee terug, maar ja, als de anderen er geen moeite mee hebben om met zijn tienen, drie, vier stapjes extra te doen, dan is het probleem opgelost. Iedereen speelt dan naar zijn eigen kwaliteiten en uiteindelijk profiteert het hele team ervan.”

“Bij het opbouwen van een team zijn er verschillende mogelijkheden. Als je een Van Gaal of een Guardiolia bent, heb je een eigen manier van benaderen. Dat soort mannen heeft de beschikking over een flink budget zodat het spelers kan halen die bij hun visie past. Het kan ook zo zijn dat je bij een club naar binnen komt en het moet doen met het materiaal dat voorhanden is. Dan zul je moeten zoeken naar manieren om de kwaliteiten van de aanwezige spelers te verbeteren en ze om te buigen naar de manier waarop jij wilt spelen. Als dat niet lukt zul je spelers moeten kopen, afhankelijk van het geld dat je tot je beschikking hebt.”

“Ik ben er zelf door de jaren heen van overtuigd geraakt dat er niet maar één spelsysteem is. Je moet als prof minimaal twee verschillende spelsystemen beheersen en naar gelang de situatie kunnen overschakelen, zelfs tijdens de wedstrijd. Nog idealer is het beheersen van drie systemen, maar je moet uitkijken dat het dan niet te verwarrend wordt voor de jongens. Die verschillende systemen moet je er dan inslijpen tijdens de trainingen. Als de coach van de zijkant aangeeft dat er omgeschakeld moet worden, moeten de spelers die in het veld staan dat allemaal snappen en meteen uitvoeren, zonder dat je daarvoor hoeft te wisselen. Ik vind dat je van profs moet verwachten dat ze dat kunnen. Als ik in een 4-3-3 opstelling speel en het wil veranderen naar 4-4-2 omdat ik een ruit op het middelveld wil hebben, moet dat goed getraind zijn, weten welke positie je moet innemen, omschakelen en het liefst allemaal tegelijk. Hahaha.”

John Metgod

Toekomst
“Als voetballer sta je tussen de lijnen, als trainer sta je naast het veld en als technisch manager sta je nog verder van het gras af. Voor mij was het technisch managerschap bij ADO-Den Haag een nieuwe ervaring. Ik vond het interessant, heel leerzaam om het voetbal eens van die kant te leren kennen. Dat is me goed bevallen en daar zou ik geen enkele moeite mee hebben om daarin verder te gaan bij een volgende club. Ik zou het ook leuk vinden om ergens weer trainer of assistent-trainer te zijn. Momenteel heb ik weer een Engelse connectie, want vanaf het begin van dit seizoen ben ik terug bij Brighton, waarvoor ik de Europese scouting doe.”

Loopbaan betaald voetbal
1975-1976 Haarlem
1976-1982 AZ’67
1982-1984 Real Madrid
1984-1987 Nottingham Forest
1987-1988 Tottenham Hotspur
1988-1994 Feyenoord
1978-1983 21 maal in Oranje

Trainer/Scout/TD betaald voetbal
jan. 1994 – juli 1996 Hoofd Jeugdopleidingen Feyenoord
juli 1996 – okt 1996 Hoofdtrainer Excelsior
okt. 1996 – juli 2004 Assistent-trainer Feyenoord (Metgod werd teruggehaald door Feyenoord toen Arie Haan werd ontslagen)
seizoen 2004 – 2005 Hoofdtrainer Excelsior
juli 2005 – nov. 2008 Assistent-trainer en scout Feyenoord
nov.2008 – okt. 2013 Assistent-hoofdtrainer Portsmouth en Derby County (UK)
jan. 2014 – okt. 2014 Assistent-hoofdtrainer Colorado Rapids in Denver (USA)
okt. 2014 – juli 2015 Scout Brighton & Hove Albion F.C (UK)
Seizoen 2015 – 2016 ADO Den Haag, TD
sept. 2016 tot heden Scout Brighton & Hove Albion F.C (UK)

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.